Tips rondom aflammeren - Slingelanddierenartsen

Tips rondom aflammeren

Langzaam maar zeker zien we om ons heen dat het voorjaar wordt en dat betekent ook dat de schapen weer gaan lammeren.

Hierbij 3 tips om het aflammeren zo vlot mogelijk te laten verlopen.

Goede voeding:

Een goede voorbereiding op het aflammeren begint al tijdens de dracht. Aan het einde van de dracht groeien de lammeren hard. Daarnaast bevat het weidegras in deze tijd van het jaar te weinig voedingstoffen en structuur voor het drachtige schaap. Hierdoor liggen tekorten aan mineralen (vooral Calcium) en energie op de loer. Het is daarom van belang de schapen de laatste weken van de dracht bij te voeren met schapenbrok en mooi ruwvoer. Dit is niet alleen van belang voor het schaap zelf, maar ook voor de vitaliteit van de lammeren en het op gang komen van de melkproductie.

Rust:

Rondom aflammeren zijn schapen gebaat bij rust. Hoe minder stress, hoe vlotter de bevalling over het algemeen verloopt. Zorg ervoor dat de schapen niet meer verplaatst hoeven te worden kort voor aflammeren en probeer bij het controleren van de dieren zo weinig mogelijk onrust te veroorzaken. Wanneer een schaap gaat lammeren vertoont ze onrustig gedrag en zonderen ze zich vaak iets af van de koppel. Normaal gesproken lammert een dier dan binnen 3 uur. Laat het schaap zien dat ze aan het lammeren is, maar wil de geboorte niet vlotten? Bel dan de dierenarts.

Biest:

Om de lammeren een goede start te geven is de eerste biest van groot belang. De biest is rijk aan goede voedingsstoffen en bevat ook, heel belangrijk, afweerstoffen. Binnen 24 uur na de geboorte moet een lam van de  biest gedronken hebben (ong. 250 ml per kilogram lichaamsgewicht). Controleer na aflammeren of de ooi melk in het uier heeft en of beide kwartieren functioneel zijn. Let daarnaast op of u de lammeren ziet drinken, twijfelt u hieraan, melk dan wat biest uit en geef deze met de fles. Met name bij meerlingen kan het zijn dat niet alle lammeren genoeg biest opnemen en is de controle van extra belang.